Als je wilt vliegen met een drone, dan zijn er regels waar je je aan moet houden. Ik zet op een rijtje wat je moet weten, voordat je een drone aanschaft waarmee je wilt gaan vliegen. Deze regels zijn actief sinds 31 december 2020!

Algemene regels voor de piloot vóór het vliegen

Vanaf 31 december 2020 mag je pas met een drone vliegen als je voldoende getraind en opgeleid bent. Hiervoor moet je het volgende regelen;

  • Als eigenaar van 1 of meer drone(s) (exploitant) registreer je je bij de RDW.
  • Vlieg je met de drone? Dan moet je een vliegbewijs halen. Eerst doe je een kennistest bij een vliegschool. Daarna vraag je een vliegbewijs aan bij de RDW. Het vliegbewijs heb je altijd bij je als je met de drone vliegt.

Algemene regels voor de piloot tijdens het vliegen

Er zijn ook een aantal algemene regels waar je je aan moet houden;

  • je bent minimaal 16 jaar;
  • je mag vliegen met een waarnemer als je jonger bent dan 16 jaar, maar de waarnemer moet dan wel een piloot zijn, met een vliegbewijs. De waarnemer heeft altijd zicht op de drone en staat altijd in contact met de piloot;
  • je hebt altijd een vliegbewijs bij je als je gaat vliegen met een drone;
  • je hebt gecheckt waar je mag vliegen op de zoneringskaart;
  • je bent niet onder invloed van alcohol of drugs;
  • je vliegt niet in de buurt van hulpdiensten;
  • je landt de drone direct als ander vliegverkeer nadert;
  • je respecteert andermans privacy. Je filmt bijvoorbeeld alleen mensen die toestemming hebben gegeven om gefilmd te worden.

Bron: RIjksoverheid.nl

3 categorieën: risico van de vlucht

Drones worden op verschillende plekken en voor verschillende doelen gebruikt. Daarnaast zijn ze er in allerlei verschillende soorten en maten. Welke regels gelden, hangt af van het risico op een ongeval tijdens de vlucht. Er zijn hiervoor 3 categorieën (let op: ook kleine (speelgoed)drones vallen onder deze regels);

Vluchten met een laag risico (Open categorie)

Vluchten met laag risico vallen in de open categorie. Hierover is het volgende besloten;

  • de drone weegt (bij het opstijgen) maximaal 25 kg;
  • je vliegt tot maximaal 120 meter hoogte;
  • je vervoert geen gevaarlijke stoffen;
  • je laat niets uit de drone vallen;
  • je hebt altijd zicht op de drone. Dit heet de visual line of sight (VLOS).Voldoet de vlucht niet aan 1 of meer van deze eisen? Dan is deze dronevlucht geen vlucht met een laag risico.

De open categorie kent 3 subcategorieën. Elke subcategorie stelt eisen aan de drone, de piloot en de vlucht. De hieronder genoemde gewichten zijn het gewicht van de drone op het moment dat hij opstijgt.

Subcategorie A1

Drones tot 250 gram 

Voor drones die minder dan 250 gram wegen bij het opstijgen, gelden de algemene regels tijdens het vliegen. Maar de piloot:

    • hoeft zich alleen te registreren bij de RDW als de drone een camera heeft;
    • hoeft geen kennistest te doen bij een vliegschool of een vliegbewijs te hebben.

Voor speelgoeddrones tot 250 gram geldt een uitzondering:

Voor speelgoeddrones die minder dan 250 gram wegen bij het opstijgen, gelden de algemene regels tijdens het vliegen. Daarnaast geldt het volgende:

  • er is geen minimumleeftijd voor het besturen van een speelgoeddrone en er mag zonder waarnemer gevlogen worden;
  • je hoeft je niet te registreren bij RDW. Je hebt geen exploitantnummer nodig;
  • je hoeft geen kennistest te doen bij een vliegschool of een vliegbewijs te hebben.

Een speelgoed drone is ontworpen voor kinderen jonger dan 14 jaar. De leeftijdsgrens van de drone staat meestal op de verpakking. Als je de drone online aanschaft, dan vind je de leeftijdsgrens op de productpagina van deze drone.

Drones tot maximaal 500 gram

Voor drones die maximaal 500 gram wegen bij het opstijgen, gelden de algemene regels voor vluchten met een laag risico. Voor de piloot gelden de algemene regels voor en tijdens het vliegen. Daarnaast geldt dat de piloot niet boven mensen vliegt.

Subcategorie A2

Drones tot maximaal 2 kilo

Wil je dichter bij mensen vliegen? En is de drone (bij opstijgen) maximaal 2 kilo? Dan valt de vlucht in subcategorie A2.

Voor vluchten in subcategorie A2 gelden de algemene regels voor vluchten met een laag risico. Voor de piloot gelden de algemene regels voor en tijdens het vliegen. Daarnaast geldt dat de piloot:

  • een vaardigheidsbewijs heeft;
  • minimaal 50 meter horizontaal afstand houdt tot mensen.

Subcategorie A3

Drones tot maximaal 25 kg

Is de drone (bij het opstijgen) maximaal 25 kilo? Dan valt deze in subcategorie A3. Voor drones tot maximaal 25 kilo gelden de algemene regels, voor vluchten met een laag risico. Voor de piloot gelden de algemene regels voor en tijdens het vliegen.
Daarnaast:

  • vliegt de piloot alleen in gebieden waar geen mensen zijn;
  • houdt de piloot minimaal 150 meter afstand van woon-, handels-, industrie- of recreatiezones.

Vluchten met een gemiddeld risico (Specifieke categorie)

Vluchten met een gemiddeld risico zijn risicovoller dan een vlucht met een laag risico. Dit betreft de vlucht zelf maar ook de andere omstandigheden. Voor vluchten met een gemiddeld risico geldt bijvoorbeeld dat:

  • er boven mensen gevlogen mag worden;
  • vluchten in de buurt van luchtvaartterreinen zijn toegestaan;
  • er met drones boven 25 kilo gevlogen mag worden;
  • binnen de bewoonde omgeving gevlogen mag worden;
  • er hoger dan 120 meter gevlogen mag worden;
  • drones iets mogen laten vallen, denk bijvoorbeeld aan het besproeien van gewassen;
  • er buiten het directe zicht gevlogen mag worden. Dit heet beyond visual line of sight (BVLOS).

Regels voor piloten

Het vliegen met een drone met een gemiddeld risico is maatwerk. Als je een dronevlucht met een gemiddeld risico wilt maken, moet:

  • de eigenaar van de drone (exploitant) zich registreren, door een exploitantnummer aan te vragen bij de RDW;
  • de piloot minimaal een vaardigheidsbewijs hebben;
  • de exploitant vooraf een risicoanalyse uitvoeren;
  • de exploitant een vluchtvergunning van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) hebben.

Is de vlucht een door EASA gepubliceerd standaardscenario? Dan geeft de exploitant een vluchtverklaring af bij de ILT. EASA is het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.

Vluchten met een hoog risico (Gecertificeerde categorie)

Dronevluchten met een hoog risico zijn risicovoller dan dronevluchten met een gemiddeld risico. Dat blijkt uit een risicoanalyse die door de eigenaar van de drone (exploitant) is uitgevoerd.

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) ontwikkelt nog regels voor deze categorie. Dit doet EASA in samenwerking met experts uit de Europese lidstaten. De eerste Europese voorstellen voor de gecertificeerde categorie worden in het 2e kwartaal van 2021 verwacht. Tot er Europese regels zijn, verleent de nationale luchtvaartautoriteit een vergunning. Dit geldt voor drones die minder dan 150 kilo wegen als ze opstijgen.

Meer informatie kun je vinden op de website van Rijksoverheid.

Beeld: Shutterstock

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.