Het lijkt wel of ik de oorlog heb meegemaakt. Ik kan alles gebruiken, ik sla alleen vliegen af en ik zie overal waarde in. Waar het vandaan komt dat weet ik niet. Tijdens mijn zwangerschappen heb ik (helaas) geen last van nesteldrang. Tenminste niet in de bekende vorm van schoonmaken, kookwasjes en strijkaanvallen. Ik verzamel spullen en kleding, daar maak ik een soort nestje van voor ons kindje. Mijn kindje mag niets te kort komen.
Ik speur marktplaats af en gratis-op-te-halen en ben blij met alles wat ik van mijn omgeving krijg aangereikt. Ik heb zelfs eenmaal, met de fiets, zeven vuilniszakken vol kleding uit iemand berging opgehaald. Thuis aangekomen bekijk ik het alsof het een schat is en ik was het. Hetgeen op korte termijn te dragen is blijft in huis, de rest in dozen in de fietsenkelder een beetje op maat/ geslacht gesorteerd. De kledingkast zit VOL met babykleding in maat 50/56. De opvolgende maat past er niet eens bij, die staat klaar in dozen en shoppers in de bijkeuken. Manlief, de oma’s en de kraamhulp kijken hun ogen uit, overweldigd door de hoeveelheid weten ze gewoon niet wat ze moeten pakken. Voor mijzelf is het allemaal heel logisch, het is mijn systeem en in het vervolg leg ik de kleding wel klaar. Gekscherend zegt manlief: “Jij hoeft nooit meer te wassen, als ze het eenmaal draagt en je gooit het weg, dan kom je nog niet tekort”. Niet alleen kleding, maar ook beddengoed, slaapzakken, speelgoed en witgoed is er in alle soorten en maten. Ik heb zelfs al kleding in maat 164 liggen, dat terwijl ze nog niet eens geboren is. Wel ga ik het beter verbergen, ik ben niet gediend van het commentaar en haal alles stiekem op. De wasmand, de droger en het opstapelen onder/achter het hanggedeelte in de kast blijken goede verstop plekken te zijn.
Zes weken na de spoedkeizersnede van onze oudste dochter wordt de diagnose Post Natale Depressie gesteld en krijg ik medicatie, slaaptabletten en gesprekstherapie voorgeschreven.
‘s Avonds struin ik marktplaats af op zoek naar collecties Duplo en Playmobil. Het mag ons kind aan niets ontbreken. Ik koop de grotere verzamelingen op en verkoop een klein gedeelte ervan met winst om de kosten te drukken. De tweelingbox (!) met lade ligt vol met babyspeelgoed, zoveel dat ik altijd een gedeelte aan de kant moet schuiven op haar erbij te kunnen leggen. Inmiddels wordt mijn netwerk van moeders met kleine kinderen groter. Ik ben een actief bezoeker van de speelinloop in twee buurthuizen. Ook daar duikel ik spullen op. Ik geef inmiddels ook wat kleertjes en gebruiksartikelen weg, maar krijg er veel meer voor terug.
Ik ben een jaar later klaar met het afbouwen van mijn medicatie en langzamerhand pak ik het leven weer op.
Ik raak bedreven in het meedoen aan geld-terug-acties van boodschappen. Ik maak bijna dagelijks met dochterlief een fietstochtje naar een supermarkt verderop om ook daar de lopende acties op te halen. Onze voorraadkast staat vol met de gekste nieuwe chippies of ontbijtkoek. Het ligt daar regelmatig gewoon over de datum te gaan, omdat niemand het eet. Op internet vind ik zelfs een groep waar complete geld-terug-acties geruild kunnen worden. Handig als je geen baby hebt, maar wel een huisdier o.i.d. Op mijn hoogtepunt haalde ik een waarde van tachtig euro gratis boodschappen per maand binnen. Helemaal als het om wasmiddel of verzorgingsprodukten gaat, dan ga ik los. Ik heb al jaren geen geld uitgegeven aan wasmiddel of shampoo. Manlief heeft nog een voorraad van zeker vijf jaren Head and Shoulders voor mannen staan. Ik kreeg mijn ouders zo gek dat ik op hun naam/ bankrekening ook mee mocht doen, dus kon alles dubbelop binnen halen. Ook gratis proefjes vraag ik aan op internet, of pak ik aan op straat. Ik bewaar ze voor op vakantie of voor barre tijden. Ik ben mezelf er pas sinds kort van bewust dat er ook op deze produkten een houdbaarheid rust.
“Jij bent toch in verwachting van een meisje, wil je de jongenskleding ook hebben?” “Jazeker, we willen graag een groot gezin en anders weet ik er nog wel iemand voor”. Tijdens de twintig-weken-echo blijken we in blijde verwachting van onze derde dochter te zijn. En ik denk aan mijn voorraad jongenskleding in de fietsenkelder. Oeps! Elf GROTE dozen jongenskleding staan opgestapeld tegen de muur. Ik neem ze stelselmatig door en vis de unisex kleding er nog snel uit voordat de kleertjes opgehaald worden. Het blijkt bijna 80 kilo te zijn en met pijn in mijn hart geef ik het weg. De jongenskleertjes blijken de wens ooit een zoontje te krijgen te vertegenwoordigen.
De oudste gaat naar de basisschool en ik ga me richten op leesboekjes. Ik vond vroeger lezen zo ontzettend leuk. Ik las met een zaklamp onder mijn deken tot wel elf boekjes per week. Ik heb al wel eens eerder geschreven dat de bibliothecaresse leesboekjes voor mijn moeder apart hield, waarvan ze zeker wist dat ik ze nog niet kende. Overal duikel ik boekjes op. Bij de spullenhulp, van de weggeefhoek en op de vrijmarkt. Ik heb er naast een boekenkast op hun kamer zelfs een diepe lade voor. Er bovenop ligt een boxkleed, dus niemand weet dat er leesboekjes in liggen. Al gaat de lade door zijn gewicht zwaar open. Regelmatig blijk ik dubbele boekjes te hebben en die geef ik weg.
Mensen krijgen in de gaten dat ik van kinderboekjes houdt en mijn pad wordt plots gekruist door (ex-) bibliotheekmedewerkers. Omdat ze weten dat ik drie kleine dochtertjes heb, krijgen we regelmatig een stapel afgeschreven boekjes in de brievenbus. Dochterlief kon nog niet eens lezen en ik had al een grote collectie Nancy Drew verzameld (12+). Ik word leesouder in groep drie. Dochterlief blijkt helemaal niet van lezen te houden en om op niveau te blijven, lezen we dagelijks tien minuten thuis hardop. Ik ga voor KiDDoWz (kinder)boeken recenseren.
En daar ligt “Opgeruimd” van Marie Kondo op het dressoir!
/Lmcmr